In België wordt jaarlijks bij meer dan 7500 mensen dikke darmkanker vastgesteld. Bij vrouwen is het de op één na meest voorkomende vorm van kanker (na borstkanker). Bij mannen is het, na longkanker en prostaatkanker, de meest voorkomende vorm van kanker. Kanker is meestal een ouderdomsziekte, zo ook dikke darmkanker. Dit betekent dat de kans om de ziekte te krijgen groter wordt naarmate men ouder wordt. De kans om dikkedarmkanker te krijgen stijgt vooral na de leeftijd van 50 jaar.
Dikkedarmkanker ontstaat uit een poliep. Heel veel mensen hebben poliepen. Poliepen zijn paddenstoelachtige uitgroeisels in de dikke darm. De grootte van deze poliepen kan verschillen van minder dan 1mm tot enkele centimeters. Deze poliepen zijn op zich goedaardig maar soms veranderen ze na verloop van tijd in kwaadaardige gezwellen en ontstaat er kanker. Tussen het ontstaan van een poliep en de ontwikkeling tot een kwaadaardige gezwel verloopt gemiddeld 5 tot 10 jaar. In de algemene bevolking ontstaan deze kwaadaardige tumoren meestal in de laatste delen van de dikke darm nl. het sigmoïd en de endeldarm of rectum (zie figuur).
Via een darmonderzoek of coloscopie kan men deze poliepen opsporen. Dit onderzoek gebeurt met een dunne buigzame buis die via de aars wordt binnengebracht. Via een cameraatje aan het einde van dit toestel kan de arts zien of er poliepen aanwezig zijn. Indien nodig kan de gastro-enteroloog tijdens het onderzoek stukjes weefsel wegnemen voor verder onderzoek. Nadien kunnen ze microscopisch onderzocht worden. Tijdige opsporing en verwijdering van deze poliepen kan ervoor zorgen dat dikke darmkanker wordt voorkomen.