Vincent (44), nam contact op met FAPA na het lezen van onze artikelen over kinderwens. Het verbaasde hem dat vooral moeders aan het woord kwamen, terwijl vaders weinig te zeggen leken te hebben. Voor hem is vruchtbaarheid een zaak van een koppel, net zoals erfelijkheid beide ouders aangaat.
Deze zomer hadden we de kans om Vincent, een medewerker van de NMBS, te ontmoeten om naar zijn ervaringen te polsen.
“Mijn vader stierf aan kanker in 1984, toen ik 4 jaar oud was,” vertelt Vincent. Daar weet ik eigenlijk niet zo veel meer over. “Toen ik 16 was, kreeg ik de diagnose familiale polyposis. Ik onderging vervolgens een preventieve darmoperatie in de zomer, tussen twee examens in, waarvoor ik trouwens slaagde. Vincent behaalde een diploma in elektronica en begon een carrière bij de NMBS, waar hij afdelingsmanager werd. FAP bleef een gevoelig onderwerp in zijn familie, gezien het vroege overlijden van zijn papa. “We spraken er niet veel over, het was een moeilijk onderwerp, vol emoties. Maar mijn partner, die ik in 2004 ontmoette, is altijd erg betrokken geweest. Ze ging zelfs met me mee naar infodagen van FAPA.
Leven met FAP
Als het gaat om de dagelijkse behandeling van zijn ziekte, is Vincent gerust in een goed verloop: “Ik laat me één keer per jaar opvolgen en ik word regelmatig gecontroleerd. Ik zeg wel eens voor de grap tegen mijn vrienden dat ik minder risico’s loop dan zij, omdat ik goed verzorgd word. Toen het moment gekomen was om kinderwens te bespreken,hebben Vincent en zijn partner zich laten informeren. “Tijdens mijn jaarlijkse controle in het ziekenhuis hebben we mijn chirurg geraadpleegd om de opties te bespreken. We waren geen voorstander van een geassisteerde zwangerschap of PGT. Ik geloof dat iedereen een zwak punt heeft: in ons geval zijn dat de poliepen in de dikke darm. Dus besloten we het op de natuurlijke manier te proberen en zo hebben we twee meisjes gekregen.”
Opluchting
Tijdens hun zwangerschap kozen Vincent en zijn partner ervoor om geen prenatale tests te laten doen om polyposis op te sporen. “We kregen het advies om op 12-jarige leeftijd de meisjes te laten screenen,” legt hij uit. “Ik heb een vorm van polyposis die niet al te agressief is, dus ik maakte me niet te veel zorgen.” Toen hun oudste dochter de aanbevolen leeftijd voor de test bereikte, voelde Vincent zich toch een beetje ongerust. “Men nam haar een bloedtest af waarvoor zijzelf niet al te veel stress voelde. Ze was er gerust in omdat ze mij goed ziet leven met de ziekte. Maar ik had wel een knoop in mijn maag. Gelukkig was de uitslag negatief.
Hetzelfde gebeurde met hun tweede dochter, die ook op 12-jarige leeftijd werd getest. “Zij testte ook negatief, dus de ziekte stopt bij mij. Het is een opluchting, want ik was altijd bang dat ze het me kwalijk zouden nemen als een van hen de ziekte zou erven.
Ervaring delen om anderen te helpen
Vincent aarzelt niet om zijn ervaring te delen met degenen die dat nodig hebben. “Zo nam Professor Kartheuser eens contact met me op om te praten met een jonge advocaat die geopereerd zou worden en erg gestrest was. Zijn ouders verwachtten iemand te zien die ziek en mager was. Maar ik sport, ik eet alles en ik leef normaal. Dus verpersoonlijkte ik helemaal niet dat beeld van de zieke, zorgafhankelijke persoon.
Vincent is zich er echter van bewust dat elk geval anders is. “Ervaringen zijn niet voor iedereen hetzelfde. Sommige mensen hebben meer moeilijkheden. Het is een loterij en naarmate ik ouder word, realiseer ik me dat sommige gevallen gecompliceerder zijn dan andere. Maar als mijn ervaring kan helpen, ben ik altijd bereid die te delen.