Andere polyposis vormen
Er zijn twee soorten polyposis. Bij familiale adenomateuze polyposis (FAP) zit er een dominant erfelijke afwijking op het APC-gen. Bij MUTYH geassocieerde polyposis (MAP) zit er een recessief erfelijke fout in het MUTYH-gen.
Er zijn twee soorten polyposis. Bij familiale adenomateuze polyposis (FAP) zit er een dominant erfelijke afwijking op het APC-gen. Bij MUTYH geassocieerde polyposis (MAP) zit er een recessief erfelijke fout in het MUTYH-gen.
Bij FAP komen, naast poliepen in de dikke darm, ook vaak poliepen in de maag en in het duodenum of de twaalfvingerige darm (+/- 90% van de gevallen) voor. De poliepen in de maag zijn meestal ongevaarlijk, terwijl deze in…
Bij voorspellend DNA-onderzoek baseert men zich op een bloedstaal. In het labo wordt gekeken of u de mutatie heeft die in uw familie zit.
FAP en Lynch Syndroom zijn autosomaal dominante aandoeningen. Als kind heb je een kans van 1 op 2 om mutatie overgeërfd te hebben.
Vroegtijdige diagnose is uiterst belangrijk voor het tijdig opsporen van poliepen om zo de ontaarding in kanker te voorkomen.
Sommige jongeren met een erfelijke aandoening vinden het moeilijk te aanvaarden en oneerlijk dat ze de mutatie erfden en hun broers of zussen misschien niet. Het kan zijn dat je je beter voelt als je hierover iets kan vertellen aan…
De dokter zal je een regelmatig onderzoek voorstellen en nauwgezet de resultaten opvolgen.
FAP is de afkorting van: Familiale Adenomateuze Polypose. Iemand met FAP krijgt veel poliepen in de dikke darm.
Om in leven te blijven, moet je eten. Je krijgt namelijk energie van datgene wat in je eten zit. Op het filmpje hiernaast zie je de weg die je eten aflegt nadat je het in je mond hebt gestopt. Het voedsel kan zo niet gebruikt worden in je lichaam. Het moet eerst heel klein gemaakt worden. Dat gebeurt eerst in je mond. Als je kauwt, maal je het eten fijn. Er komt speeksel bij dat helpt om het eten te verteren. Daarna kun je het gemakkelijk doorslikken. Het voedsel gaat via je keel naar de slokdarm. Daar wordt het doorheen geperst naar je maag. Daar blijft het voedsel een tijdje. In de binnenkant van je maag zitten allemaal plooien die meehelpen om het voedsel te verteren. Daarna gaat het verder naar de dunne darm. Vanuit de dunne darm komt het in de dikke darm. Je darmen halen stoffen die het lichaam nog nodig heeft uit het eten. Het eten dat je lichaam niet nodig heeft, blijft nog even als afval in je darmen. Dit afval gaat dan via je dikke darm, je endeldarm of rectum en je anus weer naar buiten.
In bruine boterhammen zitten vezels die in je darm achterblijven. Zonder vezels wil je darm niet goed meer kneden en raakt je stoelgang in de war. De vezels komen uit de dunne darm eerst in de dikke darm. Per dag komt er ook veel water in je darm met je eten en drinken. Als de darminhoud nu direct uit de dunne darm naar buiten zou lopen, zou je flinke diarree hebben. Om dat te voorkomen, heb je de dikke darm. Daar wordt de darminhoud ingedikt. Water gaat uit de dikke darm en komt in je bloed. De rest blijft achter en wordt naar de einddarm geperst. De ingedikte resten worden af en toe met kracht verder geduwd door de dikke darm. Dan voel je dat je naar het toilet moet.